EN 13034

06-05-2014   |   normen

Er is waarschijnlijk geen norm op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen die meer onduidelijkheid en misverstanden veroorzaakt dan EN 13034 Beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën – prestatie vereisten voor beschermende kleding tegen chemicaliën die beperkte bescherming bieden tegen vloeibare chemicaliën (Type 6 en Type PB[6]).

 

Bovennormale eigenschappen

Ondanks dat er in de norm nadrukkelijk wordt aangeven dat het gaat om de vereisten voor producten met een beperkt gebruik en gebruiksprestaties, wordt in de markt aan kleding die hiervoor is gecertificeerd bijna bovennormale eigenschappen toegedicht.

Voor wat betreft de toepassing is chemicaliënbeschermende kleding met beperkte gebruiksprestaties bedoeld voor toepassing bij een potentiële blootstelling aan een lichte spray, vloeistofnevels en  spatten van een geringe hoeveelheid en waarbij een volledige vloeistofdichtheid (op moleculair niveau) niet vereist is.

In de markt lijkt er een soort reflex te zijn ontstaan waarbij, als er ook maar sprake is van enig contact met chemicaliën, EN 13034 als eis wordt voorgeschreven bij de aan te kopen producten.

Dit wordt vermoedelijk veroorzaakt doordat men onvoldoende op de hoogte is van de mogelijkheden en beperkingen van producten die aan deze norm voldoen.

Wat is nu belangrijk?

Type 6 of PB[6]?

Allereerst de keuze tussen Type 6 en Type PB[6]. Volgens de norm gaat het in het laatste geval om producten die gedeeltelijke lichaamsbescherming (partial body protection) bieden en die slechts specifieke lichaamsdelen bedekken en beschermen zoals jassen en schorten.

Het verschil met Type 6 kleding is dat bij Type PB[6] geen kledingtest werd uitgevoerd. Deze kledingtest wordt gedaan met proefpersonen en heeft als doel te bepalen of het gehele kledingconcept (overall of jas/broek combinatie) vloeistof dicht is bij een vergelijkbare vloeistofbelasting als bij het voorgeschreven gebruik.

Deze kledingtest is primair een evaluatie van de vloeistofdichtheid van de confectionering omdat de vloeistofdichtheid van de gebruikte stoffen al deel uitmaakt van de standaard vereisten uit deze norm. Let op : deze test wordt niet gedaan met verschillende chemische stoffen maar met water waaraan een oppervlakte verlagende stof en een kleurstof zijn toegevoegd.

De keuze die men maakt, hangt dus af van het type kleding.

 

Fluorcarbon

Een ander aspect in deze discussie is de vraag tegen welke vloeibare chemicaliën bescherming wordt geboden.

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen we eerst moeten vaststellen hoe de stof, waaruit de kleding werd geconfectioneerd, vloeistof afstotend is gemaakt.

In nagenoeg alle gevallen blijkt hiervoor een fluorcarbon product te worden gebruikt. Fluorcarbon biedt uitstekende afstoting tegen watergedragen chemicaliën zoals zuren, basen en zouten. De afstotende eigenschappen voor organische oplosmiddelen en vele andere chemicaliën met een zeer lage oppervlaktespanning is echter zeer slecht.

De norm schrijft in ieder geval voor dat er getest moet worden met de volgende chemicaliën : 30% zwavelzuur, 10% natronloog, onverdunde o-xyleen en onverdunde butanol en dat daarbij slechts voor één van deze een maximale score moet worden bereikt. Met andere woorden : als voor één van de vier  voorgeschreven chemicaliën de afstoting goed is, voldoet de stof waaruit de kleding geconstrueerd wordt.

Het is eenvoudig te begrijpen dat het vaak alleen de zwavelzuur en natronloog oplossingen zijn die een goed resultaat te zien geeft.

Uiteraard is de fabrikant verplicht in de gebruikersinstructie hier tekst en uitleg over te geven maar de vraag die terecht gesteld kan worden is of deze informatie wel overkomt bij de gebruiker.

 

Hoe zit het met andere vloeibare chemicaliën?

Dit zal afhangen van de aard van deze chemicaliën De verwachting is dat waterige chemicaliën zullen volstaan.

Een aspect dat echter niet meegenomen wordt in de norm is de temperatuur van deze vloeibare chemicaliën De testen worden uitgevoerd bij 20 °C maar het effect bij hogere of lagere temperatuur blijft onbekend.

Eigenlijk zit er voor de potentiële gebruiker van deze kleding niets anders op dan navraag toe doen bij haar leverancier in welke mate bescherming geboden wordt tegen specifieke chemicaliën.

Onderhoud en reiniging

Het zal duidelijk zijn dat het onderhoud en de reiniging van deze kleding van groot belang is voor de prestatie's ervan. Voorkomen moet worden dat de afstotende eigenschappen van de stof verminderen door bijv. verkeerd wassen. Meestal adviseren de fabrikanten van dit type kleding om na iedere wasbeurt de kleding opnieuw te behandelen met een fluorcarbon product. Dit kan natuurlijk het beste gedaan worden door gespecialiseerde wasserijen.

In die zin neemt zo'n wasserij eigenlijk de rol over van de fabrikant en zal ze moeten waarborgen dat de kleding nog steeds voldoet aan de veiligheidseisen.

 

Deugdelijke certificatie

Organisaties die overwegen dit type kleding aan te schaffen, kunnen het beste beginnen met een goede inventarisatie van de risico's waaraan de medewerkers blootgesteld worden. Alleen als er sprake is van incidenteel en kleinschalig contact met waterige oplossingen van chemicaliën heeft de inzet van EN 13034 kleding zin. In alle andere gevallen moet extra aandacht geschonken worden aan andere typen chemicaliënwerende kleding. Zorg in alle gevallen voor een deugdelijke certificatie.

EN 14034 gecertificeerde kleding is herkenbaar aan het CE merkteken, het nummer van het Notified Body dat uitvoering geeft aan het precertificatie producttoezicht (art. 11A of 11B)  en het EN 13034 pictogram (erlenmeyer) inclusief vermelding van de norm en jaartal. Vanzelfsprekend hoort hier ook een duidelijke gebruikersinstructie bij.

Tenslotte dient er voor de kleding een conformiteitsverklaring beschikbaar te zijn.

 

Bron : Vaassen Textile Consultancy BV

 


Op de hoogte blijven?
Aanmelden voor de GRATIS nieuwsbrief

Meer nieuws
15-09-2015De NPR 16832
06-05-2014EN 13034